Schilderij 1: |
(links) |
|
……en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. |
|
|
Schilderij 2: |
(midden) |
links: |
God zei: ”er moet licht komen “, en er was licht. ….. en hij scheidde het licht van de duisternis. |
midden: |
God zei: ”Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt,” |
rechts: |
God zei: “ het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.” |
rechtsboven: |
God zei: “Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht.” |
|
|
Schilderij 3: |
(rechts) |
links: |
God zei: “Overal op aarde moet jong groen ontkiemen….” |
middenonder: |
God zei: “Het water moet wemelen van levende wezens……” |
middenboven: |
“ ….En boven de aarde, langs het hemelgewelf moeten vogels vliegen.” |
midden: |
God zei; “ De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.” |
rechtsboven: |
God zei: “ Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken.” |
rechts: |
Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. |